Fotograaf: Stephanie Brinkkoetter
Kroon op Nederlands Fotomuseum in Rotterdam
"Vooral bij een lage zon is het prachtig"
De gouden kroon van monumentaal pakhuis Santos in Rotterdam-Zuid heeft al voordat het officieel wordt geopend als Nederlands Fotomuseum veel aandacht in de (vak-)pers gekregen. De aluminium huid met een patroon van driehoeken blijkt mediageniek. Prachtige foto’s met reflectie en schaduwwerking passeren de revue. Architecten Karin Renner (Renner Hainke Wirth Zirn Architekten) en Karin Wolf (WDJARCHITECTEN) vertellen over het langdurige proces dat leidde tot deze geometrische optopping die tot diep in het gebouw voelbaar is.
Het project “Santos” begon zeventien jaar geleden. Karin Renner herinnert zich gesprekken in 2007 met stedenbouwkundige Riek Bakker over een eerste overleg voor de toekomst van Rijnhaven, die Renner Hainke Wirth Zirn Architekten (RHWZ) had gemaakt in een samenwerking met Egbert Kossak, de toenmalige stedenbouwkundige van de stad Hamburg. “Dit pakhuis had toen al een bijzondere rol in het plan”, vertelt Karin, “Het was een karaktervol gebouw in de zichtas, dat behouden zou worden als referentie naar de geschiedenis van het gebied. Maar toen kwam de crisis van 2008 en werd de ontwikkeling stilgelegd.”
Iedereen kent Santos
Pas in 2016 werd het project weer opgepakt. WDJARCHITECTEN had een studie gedaan naar een mogelijke transformatie van het monument, “een reorganisatie van de binnenkant”. Er kwam een opdrachtgever. Deze organisatie had al een paar vergelijkbare locaties in Duitsland getransformeerd naar creatieve pleisterplekken en wilde dat concept nu combineren met short-stay appartementen. Rotterdam zou de eerste Nederlandse locatie worden. Dat was ook het moment dat Karin Wolf aanhaakte: “Het was een van de eerste projecten die ik kreeg bij WDJA. Wat me opviel: iedereen kent het gebouw Santos. Alle bouwkunde-studenten hebben er wel eens een plan voor gemaakt.”
Acht jaar geleden was er een visie (stedenbouwkundig, bestemmingsplan) en een schets, waarbij het gebouw twee verdiepingen ‘erbij kreeg’. Karin Renner: “Op het monument moest iets bijzonders komen. Twee bouwlagen en een plek om het licht naar binnen te krijgen.” Karin Wolf: “Met Stilwerk was er een programma dat heel goed paste. Met co-working plekken, een restaurant en de showroom als overgang naar de private appartementen.” Het project ging in 2022 eindelijk richting uitvoering met Burgy Bouw als hoofdaannemer.
Heel veel maquettes
Karin Renner: “We hebben veel maquettes gemaakt voor die optopping op een schaal van een op vijfhonderd. In het begin waren de vormen vrij asymmetrisch. We wilden de sculpturale kracht van de opbouw benadrukken in de vorm van de vijf gevels. Vijf gevels omdat ook het dak zichtbaar is vanuit de nieuwe torens in de omgeving. Bijkomend voordeel van de dakopbouw was dat er ruimte voor de installaties ontstond.”
“Het was ook belangrijk dat we precies de lijnen van het monument zouden volgen. De stramienen van Santos zijn bijzonder: het zijn verticale elementen die we in dak en gevel zichtbaar wilden maken”, vertelt Karin Wolf. “Je wilt het blijven zien als een geheel. Als een ruimteschip dat op een oud gebouw landt. Nu is er sprake van een heel subtiele aanraking. Alsof het nieuwe deel het oude deel kust.”
Een opvallende trap in het hart
De overgang van de vijfde gevel naar de binnenwereld van het oude gebouw was een lang traject in het ontwerpproces. “Het gevaar is dat het nieuwe te dominant wordt in de beleving. Daarom hebben we ter hoogte van de bovenste verdieping een sterk interieurelement toegevoegd: een trap met dezelfde bekleding als het dak en de gevels van de opbouw”, vertelt Karin Renner. “De connectie is helder en zichtbaar.” De trap vanuit het droomschip daalt neer in het monument en neemt veel daglicht met zich mee. “Het hart van het monument is verder open en transparant gehouden, zodat de horizontale vloerlagen goed zichtbaar zijn”, vertelt Karin Wolf. “Op de lagere verdiepingen oogt de trap bescheiden.”
Licht goud is wat er blinkt
Het kiezen van de kleur voor de huid van de opbouw was een proces van “testen en proeven”, lachen beide architecten. “Al hadden de eerste maquettes ook al een gouden opbouw”, herinnert Karin Wolf zich. “We hebben ook nog gekeken naar corten staal, maar dat vonden we wat donker. En zwaar, ook qua gewicht!”, vertelt Karin Renner. Uiteindelijk werd gekozen voor ‘licht goud’ – een anodisatie met AluGOLD01. “Zilver was te koud, geel-goud te heftig. Deze lichtgouden kleur gaf de mooiste combinatie met de bakstenen van Santos”.
Beleving op ware grootte
Het ontwerp van het patroon was ook een bijzonder proces. Tijdens bouwvergaderingen kwamen de architecten met ‘geperforeerde’ A0 karton modellen naar de bouwplaats. “Ja, je bent toch onzeker over wat voor effect het patroon op een 1:1 schaal heeft. Het is goed om dat op ware grootte te testen, bij het gebouw”, vertelt Karin Renner. Andere vraagstukken werden onderzocht, zoals het effect van het patroon op het gedrag van vogels en het geluid. Karin Renner: “Die vragen kun je niet beantwoorden zonder onderzoek. Zo worden bij de Elbphilharmonie in Hamburg de vogels weggehouden met een geluid dat voor mensen niet hoorbaar is. Dat zou hier ook een oplossing zijn.”
Vanuit het westen met avondlicht
Bij het maken van de patronen hebben de architecten gewerkt met verschillende 3D-programma’s en daglichtsimulaties. Toch zijn er effecten die voelen als een onverwacht cadeautje. Karin Wolf: “Het was al prachtig dat we de op de uiteinden van de gangen bij de appartementen daglicht konden geven. Als de zon daar binnenvalt, krijg je reflecties tot op de binnenwanden. Dat is wel een heel mooi effect.” Karin Renner vindt dat ook van buitenaf de patronen rijker zijn dan verwacht. “Het geeft bij een bepaald zonlicht een 3D-effect in de gevel, als een zacht gordijn van textiel, terwijl het toch echt vlakke aluminium platen met een geperforeerd patroon zijn. Vooral als je kijkt vanuit het westen met avondlicht… dat werkt heel goed.” De architecten zijn het erover eens: met een lage zon komt het licht heel ver naar binnen en geven de patronen betoverende effecten.
Leuke samenwerking met Metadecor
Voor alle partijen bij het bouwproces is het een ingewikkeld project geweest. Tijdens de bouw kwam er een nieuwe opdrachtgever voor het gebouw: het Nederlands Fotomuseum opent in 2025 de deuren. “Ook een prachtige match van programma en gebouw”, stelt Karin Wolf. De productie van de opbouw was toen al in volle gang onder regie van Burgy Bouw, het ontwerp is niet meer gewijzigd. “De samenwerking met Metadecor heeft ons echt gesteund”, vertelt Karin Renner. “Je hebt iemand nodig die begrijpt wat je wilt. Dat begrip vonden we bij Martin Eslo, de senior engineer. Ook bij de uitwerking van de minder zichtbare elementen, zoals bijvoorbeeld de achterconstructie, vroeg hij continu om onze mening over de mogelijke oplossingen. Die samenwerking was echt heel leuk.”